De Van Westendorp-prijsgevoeligheidsanalyse, ook wel bekend als de Price Sensitivity Meter (PSM), is een techniek die wordt gebruikt in marktonderzoek om de prijsgevoeligheid van consumenten te meten en te begrijpen. Deze methode is ontwikkeld door Peter Van Westendorp (1976) en wordt vaak gebruikt om te bepalen welke prijsklasse het meest geschikt is voor een product of dienst. Het doel is om een inzicht te krijgen in hoe consumenten reageren op verschillende prijsniveaus.
De methode van Van Westendorp omvat meestal het stellen van vier vragen aan een steekproef van potentiële klanten:
- Wat is volgens u de prijs die te hoog is om het product te overwegen (te duur om te kopen)?
- Wat is volgens u de prijs die laag genoeg is om het product te beschouwen als een koopje (erg goedkoop)?
- Wat is volgens u de prijs die net hoog genoeg is om het product te overwegen, maar nog steeds aantrekkelijk (een goede deal voor de prijs)?
- Wat is volgens u de prijs die net te laag is om de kwaliteit van het product te vertrouwen (te goedkoop om waar te zijn)?
De antwoorden op deze vier vragen geven inzicht in de perceptie van consumenten over prijs en waarde. Op basis van de verzamelde gegevens kan een prijsbereik worden vastgesteld waarin de meeste consumenten het product als acceptabel geprijsd beschouwen. Dit prijsbereik kan nuttig zijn bij het bepalen van de optimale prijsstrategie voor een product of dienst.
Reageer op dit bericht