Modellen Ondernemerschap Procesmanagement Project en planning Strategie

Procesmodel van Ondernemerschap

Het procesmodel van ondernemerschap, zoals weergegeven door Van der Veen en Wakkee (2006), betreft een systematisch raamwerk dat de verschillende fasen van het ondernemerschapsproces weergeeft. Het model benadrukt dat ondernemerschap een dynamisch en cyclisch proces is, waarin ondernemers doorlopend beslissingen dienen te nemen alsmede acties uitvoeren teneinde waarde te creëren. Het proces wordt in fasen opgedeeld, waarbij elke fase specifieke activiteiten en beslissingen omvat. Dit model wordt vaak toegepast om de verschillende stadia van het ondernemerschapsproces te begrijpen en te analyseren. Onderstaand een beknopte weergave van de fasen.

Visuele weergave van het model

Fasen van het procesmodel:

  1. Kansen ontdekken (Opportunity Recognition)
    De eerste fase van het model betreft het ontdekken van kansen. Dit kan gebeuren door het identificeren van een probleem in de markt, een onbevredigde behoefte of een innovatieve oplossing. Kansen kunnen zowel proactief (door actief zoeken) als reactief (door inspelen op trends of veranderingen) ontdekt worden. In deze fase is het van belang dat ondernemers alert zijn op signalen uit de omgeving, zoals technologische vooruitgang, markttrends, of veranderingen in wet- en regelgeving. Het vermogen om kansen te herkennen wordt vaak gekoppeld aan de creativiteit en het netwerk van de ondernemer.

    Toepassing:
    • Voorbeeld: Een ondernemer in de technologie-industrie kan kansen ontdekken door de opkomst van kunstmatige intelligentie te volgen en te onderzoeken hoe dit nieuwe producten kan inspireren.
    • Beleid: Het ontwikkelen van marktonderzoeksstrategieën kan ondernemers helpen bij het systematisch zoeken naar kansen.
  2. Kansen evalueren (Opportunity Evaluation)
    Na het ontdekken van een kans, volgt een evaluatiefase waarin de ondernemer de haalbaarheid en het potentieel van de kans onderzoekt. Dit omvat het analyseren van de marktvraag, de concurrentie, de benodigde middelen, en de verwachte kosten en baten. Het doel is om een gefundeerde beslissing te nemen over of en hoe de kans verder onderzocht of geïmplementeerd moet worden.

    Toepassing:
    • Voorbeeld: Een ondernemer die denkt een innovatief product te hebben, moet onderzoeken of er voldoende vraag is en welke obstakels er kunnen zijn bij de marktintroductie.
    • Beleid: Het implementeren van haalbaarheidsstudies en marktonderzoeken kan hierbij nuttig zijn.
  3. Middelen mobiliseren (Resource Mobilization)
    De volgende fase is het verkrijgen van de benodigde middelen om de kans te realiseren. Dit kan zowel financiële middelen als menselijke, technische of sociale middelen omvatten. In deze fase moeten ondernemers vaak externe bronnen raadplegen, zoals investeerders, partners of netwerken, om de benodigde middelen te verkrijgen. Dit vereist ook strategisch management van de middelen die al beschikbaar zijn.

    Toepassing:
    • Voorbeeld: Een startende ondernemer kan gebruik maken van crowdfunding of angel investors om het benodigde kapitaal voor de lancering van een product te verkrijgen.
    • Beleid: Het ontwikkelen van netwerken en het aangaan van strategische partnerschappen kan hierbij essentieel zijn.
  4. Implementatie (Implementation)
    In deze fase wordt het zakelijke idee omgezet in de praktijk. Dit omvat de productie van het product of de dienst, de marketingstrategie, het opzetten van distributiekanalen alsook het aantrekken van klanten. In deze fase komt de ondernemer in contact met de realiteit van de markt en worden de initiële ideeën getoetst. Het is hierbij belangrijk dat de ondernemer flexibel is en snel kan inspelen op veranderingen in de markt.

    Toepassing:
    • Voorbeeld: De ondernemer start de productie, ontwikkelt een marketingplan, en voert de eerste klantinteracties uit.
    • Beleid: Het opzetten van een operationeel plan en het realiseren van een flexibel businessmodel kunnen hierbij cruciaal zijn.
  5. Leren en aanpassen (Learning and Adapting)
    Na de implementatie moet de ondernemer continu leren van de marktervaringen, feedback van klanten, en eventuele mislukkingen. Het proces van ondernemerschap is dus niet eindig, maar cyclisch. Ondernemers moeten hun strategieën aanpassen op basis van de verkregen kennis. Dit kan leiden tot productinnovatie, wijziging van het businessmodel of herstructurering van de onderneming.

    Toepassing:
    • Voorbeeld: De ondernemer kan klantfeedback gebruiken om het product te verbeteren of het bedrijfsmodel aan te passen voor een betere marktacceptatie.
    • Beleid: Het implementeren van feedbackmechanismen en het voortdurend monitoren van de prestaties is essentieel.

Welke kanttekeningen kunnen worden geplaatst bij het model?

Hoewel het procesmodel van Van der Veen en Wakkee (2006) een handig raamwerk biedt om ondernemerschap te begrijpen, kunnen er enkele kanttekeningen bij dit model worden geplaatst:

  1. Lineariteit en vastgestelde fasen:
    Het model impliceert dat ondernemerschap een lineair proces is met duidelijk afgebakende fasen, maar in werkelijkheid is het ondernemerschapsproces vaak iteratief. Ondernemers kunnen terugkeren naar eerdere fasen, bijvoorbeeld door bijstelling van hun strategie of het heroverwegen van de ingezette middelen. In sommige gevallen kunnen fasen zelfs gelijktijdig plaatsvinden.
  2. Externe invloeden:
    Het model gaat er niet altijd van uit dat externe invloeden, zoals economische of politieke veranderingen, een grote rol spelen in het proces. De omgeving kan echter grote invloed hebben op het succes of falen van ondernemingen en zou explicieter moeten worden meegenomen in het model.
  3. Diversiteit in ondernemerschap:
    Het procesmodel gaat uit van een universeel proces dat voor alle soorten ondernemerschap geldt, maar in de praktijk kunnen verschillende typen ondernemerschap (bijv. sociaal ondernemerschap of high-tech ondernemerschap) verschillende processen en benaderingen vereisen. Dit betekent dat het model mogelijk niet voor elke ondernemer even goed toepasbaar is.
  4. Psychologische factoren:
    Het model houdt weinig rekening met de psychologische aspecten van ondernemerschap, zoals de persoonlijke drijfveren, cognitieve biases en besluitvormingsprocessen die een rol spelen bij het nemen van belangrijke zakelijke beslissingen.

Conclusie

Het procesmodel van Van der Veen en Wakkee biedt waardevolle inzichten in de verschillende fasen van ondernemerschap en kan ondernemers helpen bij het structureren van hun benadering. Het benadrukt het cyclische en dynamische karakter van ondernemerschap, waarbij flexibiliteit en aanpassingsvermogen cruciaal zijn voor succes. Echter, de lineaire structuur en de focus op interne processen kunnen als beperkend worden ervaren, vooral wanneer men kijkt naar de externe en psychologische factoren die een rol spelen in ondernemerschap.

LITERATUUR

  1. Van der Veen, M., & Wakkee, I. (2006). Ondernemerschap als proces. In Handboek Ondernemerschap (pp. 3-23). Springer.
  2. Sarasvathy, S. D. (2001). Causation and effectuation: Toward a theoretical shift from economic inequality to entrepreneurship. Academy of Management Review, 26(2), 243-263.
Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de redactie via info[at]managementplatform.nl of bel +(31)6-57912496.

Hebt u inhoudelijke vragen en/of zoekt u ondersteuning bij een organisatievraagstuk?
Neem ook dan gerust contact met ons op. Een team van adviseurs staat u voor u klaar.

Reageer op dit bericht

Klik hier om een reactie achter te laten