De Zelf-Determinatie Theorie (ZDT), ofwel de Self-Determination Theory (SDT), is een invloedrijk motivatie- en persoonlijkheidstheorie. De theorie, ontwikkeld door Edward L. Deci en Richard M. Ryan, maakt inzichtelijk hoe menselijke motivatie ontstaat, verandert en optimaal functioneert wanneer sociale omgevingen fundamentele psychologische behoeften ondersteunen (Deci & Ryan, 1985; Ryan & Deci, 2000; Ryan & Deci, 2017). De ZDT ziet mensen als proactieve organismen die gericht zijn op groei, internalisatie en psychologisch welzijn, mits de omgeving daarvoor de juiste condities biedt (Ryan & Deci, 2017). Onderstaand wordt nader ingegaan op de drie kerncomponenten van de ZDT, de subtheorieen die onderdeel uitmaken van het framework, de typen van motivatie binnen het continuüm alsook de kanttekeningen die geplaatst kunnen worden bij de ZDT.
Kerncomponenten van de ZDT: 3 psychologische basisbehoeften
ZDT stelt dat drie psychologische basisbehoeften centraal staan in menselijke motivatie en welzijn, namelijk (1) autonomie, (2) competentie en (3) verbondenheid (Ryan & Deci, 2000, 2017).

- Autonomie
Autonomie verwijst naar de ervaring dat gedrag vrijwillig en zelfgekozen is. Het gaat hierbij niet om onafhankelijkheid, maar om psychologische vrijheid en authenticiteit. Wanneer individuen autonomie ervaren, handelen zij in overeenstemming met hun waarden en interesses, wat leidt tot intrinsieke motivatie, diepgaand leren en verhoogd welzijn (Deci & Ryan, 1985; Ryan & Deci, 2000). - Competentie
Competentie betreft de behoefte om effectief te handelen en uitdagingen succesvol aan te gaan. Individuen functioneren optimaal wanneer ze zich bekwaam voelen, passende feedback ontvangen en doelen kunnen bereiken die zowel uitdagend als haalbaar zijn (Ryan & Deci, 2017). - Verbondenheid
Verbondenheid verwijst naar het ervaren van betekenisvolle sociale relaties, acceptatie en steun. De behoefte aan verbondenheid is essentieel voor de internalisatie van waarden en voor langdurige motivatie (Ryan & Deci, 2000).
ZDT stelt dat deze drie behoeften aangeboren, universeel en psychologisch noodzakelijk zijn. Vervulling bevordert welzijn en motivatie. Frustratie leidt tot stress, disengagement en psychische problemen (Ryan & Deci, 2017).
Subtheorieën binnen ZDT
De ZDT bestaat uit meerdere samenhangende subtheorieën die verschillende processen van motivatieontwikkeling weergeven. Deci en Ryan noemen deze onderdelen subtheorieen omdat ZDT geen enkelvoudige theorie is die een mechanisme tracht te verklaren. In plaats daarvan is ZDT ontworpen als een meta-theoretisch raamwerk dat uiteenlopende processen van motivatie, internalisatie, ontwikkeling en welzijn weergeeft (Ryan & Deci, 2017). Elke subtheorie richt zich op een specifiek aspect van motivatie, maar geen daarvan is op zichzelf volledig afdoende. Samen vormen ze een geïntegreerd geheel dat de breedte van menselijk functioneren verklaart. Onderstaand een beknopte weergave van subtheorieen binnen de ZDT.
- Cognitive Evaluation Theory (CET)
CET verklaart hoe sociale contexten intrinsieke motivatie beïnvloeden. Autonomie-ondersteuning, optimale uitdaging en constructieve feedback versterken intrinsieke motivatie, terwijl druk en controle deze ondermijnen (Deci & Ryan, 1985). - Organismic Integration Theory (OIT)
OIT geeft weer hoe extrinsieke motivatie kan worden geinternaliseerd. Deze internalisatie verloopt gradueel en verschilt in mate van autonomie (Ryan & Deci, 2000). - Basic Psychological Needs Theory (BPNT)
BPNT stelt dat welzijn en motivatie afhangen van de vervulling van autonomie, competentie en verbondenheid. Behoeftefrustratie voorspelt psychopathologie en disfunctioneel gedrag (Ryan & Deci, 2017). - Causality Orientations Theory (COT)
COT benadrukt individuele verschillen in gevoeligheid voor autonome, gecontroleerde of geimpersonaliseerde motivatie (Deci & Ryan, 1985). - Goal Contents Theory (GCT)
GCT maakt onderscheid tussen intrinsieke doelen (groei, gezondheid, verbondenheid) en extrinsieke doelen (status, financiële winst, imago). Intrinsieke doelen ondersteunen welzijn; extrinsieke doelen kunnen dit ondermijnen (Ryan & Deci, 2000). - Relationships Motivation Theory (RMT)
RMT richt zich op de rol van relaties als contexten waarin psychologische behoeften worden vervuld of gefrustreerd (Ryan & Deci, 2017).
Typen motivatie binnen een continuüm
De ZDT stelt dat motivatie niet moet worden opgevat als een kwestie van meer of minder, maar als iets dat kwalitatief verschilt afhankelijk van de mate van vrijwilligheid of druk die iemand ervaart (Ryan & Deci, 2000). Motivatie wordt daarom voorgesteld als een continuüm dat loopt van volledig niet-gemotiveerd, via verschillende vormen van gecontroleerde motivatie, naar volledig autonome motivatie. Dit continuüm, een directe toepassing van OIT en CET, helpt te begrijpen waarom twee personen hetzelfde gedrag kunnen vertonen, maar daar totaal verschillende redenen voor kunnen hebben. Die onderliggende redenen bepalen in grote mate hoe duurzaam, stabiel en effectief het gedrag uiteindelijk is. De ZDT onderscheidt derhalve drie hoofdcategorieën van motivatie. Onderstaand een beknopte weergave.

- Amotivatie
Amotivatie verwijst naar een toestand waarin iemand geen duidelijke intentie of doelgerichtheid ervaart. De persoon ziet niet waarom het gedrag waardevol zou zijn, voelt zich niet bekwaam om het uit te voeren of ervaart geen verband tussen handelen en uitkomst (Ryan & Deci, 2017). Dit leidt tot passiviteit, apathie of uitstelgedrag. - Gecontroleerde motivatie
Gecontroleerde motivatie ontstaat wanneer het gedrag wordt aangedreven door externe of interne druk (Deci & Ryan, 1985). Het individu handelt niet vanuit eigen overtuiging, maar omdat het moet.
Er zijn in dit licht twee vormen:
- Externe regulatie: handelen om beloningen te verkrijgen of straffen te vermijden. De motivatiebron ligt buiten de persoon (Deci & Ryan, 1985).
- Geintrojecteerde regulatie: handelen om interne druk te verminderen, zoals schuldgevoel, angst voor afkeuring of de behoefte om het eigen ego te bevestigen. Het gedrag wordt niet uitgevoerd omdat het persoonlijk betekenisvol is, maar omdat het anders niet goed voelt (Ryan & Deci, 2000).
De genoemde regulaties zetten mensen op korte termijn vaak aan tot actie, maar ze zijn minder duurzaam en psychologisch belastend op langere termijn. Ze gaan geregeld samen met stress, prestatiedruk en een afname van creativiteit (Ryan & Deci, 2017).
- Autonome motivatie
Autonome motivatie doet zich voor wanneer mensen handelen vanuit een gevoel van keuzevrijheid en persoonlijke betrokkenheid (Ryan & Deci, 2000). Het gedrag sluit aan bij wat zij waardevol, zinvol of interessant vinden. Autonome motivatie kent drie vormen:
- Geidentificeerde regulatie: iemand erkent het belang van het gedrag en kiest er bewust voor, ook al is de activiteit zelf niet altijd plezierig (Ryan & Deci, 2000).
- Geintegreerde regulatie: het gedrag past binnen iemands waarden, overtuigingen en identiteit en is derhalve geïnternaliseerd (Ryan & Deci, 2017).
- Intrinsieke motivatie: iemand onderneemt een activiteit vanwege interesse of plezier; de activiteit is een doel op zich (Deci & Ryan, 1985).
Autonome motivatie hangt consistent samen met diepere betrokkenheid, betere prestaties, meer creativiteit en duurzamer welzijn (Ryan & Deci, 2017).
Welke kanttekeningen kunnen worden geplaatst bij de ZDT?
Ondanks de brede empirische steun en de waarde van de theorie, kunnen er enkele kanttekeningen worden geplaatst. Deze worden onderstaand beknopt weergegeven.
- Universaliteit van de basisbehoeften
Hoewel empirisch veel bewijs bestaat voor universaliteit, stellen critici dat autonomie vooral westers is geconceptualiseerd (Iyengar & DeVoe, 2003; Markus & Kitayama, 1991). De behoefte kan cultureel verschillende vormen aannemen en niet overal gelijk gewaardeerd worden. Sommige onderzoekers tonen dat individuen in collectivistische culturen goed functioneren ondanks beperkte ervaren autonomie (Chirkov et al., 2003). - Beperkte reikwijdte van drie behoeften
Critici stellen dat ZDT andere psychologische behoeften onderbelicht laat, zoals veiligheid, status, zingeving en cognitieve helderheid (Sheldon, 2011; Kruglanski, Chernikova, & Rosenzweig, 2018). Hierdoor zou de theorie gebaseerd zijn op een beperkt mensbeeld. - Methodologische beperkingen
Veel ZDT-onderzoek maakt gebruik van zelfrapportage, wat gevoelig is voor sociale wenselijkheid en conceptuele overlap (Chen et al., 2015). Ook wordt causaliteit niet altijd overtuigend vastgesteld, doordat cross-sectionele designs domineren. Operationalisaties van autonomie-ondersteuning variëren sterk tussen studies (Van den Broeck et al., 2016). - Kritiek op het motivatiecontinuüm
Factoranalyses tonen dat sommige regulatievormen empirisch niet goed te onderscheiden zijn, vooral het onderscheid tussen geïdentificeerde en geïntegreerde regulatie (Howard et al., 2020). Het continuüm lijkt soms minder lineair dan verondersteld. Daarnaast is het effect van extrinsieke beloningen genuanceerder dan ZDT soms suggereert: beloningen ondermijnen niet altijd motivatie, vooral niet bij complexe taken of extrinsieke contexten (Cameron & Pierce, 1994; Eisenberger, Pierce, & Cameron, 1999). - Organisatorische complexiteit
De concrete toepassingen in organisaties stuit veelal op allerlei praktische beperkingen. Autonomie-ondersteuning is niet in elke rol mogelijk, denk aan functies met strikte compliance-eisen. Voorts besteedt ZDT relatief weinig aandacht aan macht, conflict en economische prikkels binnen organisaties (Van den Broeck et al., 2016). - Neuropsychologische en evolutionaire kritiek
Diverse psychologen stellen dat de basisbehoeften sociaal geconstrueerd zijn in plaats van biologisch aangeboren (Baumeister, 2011). Daarnaast is de koppeling tussen ZDT en neurobiologische processen nog beperkt uitgewerkt (Di Domenico & Ryan, 2017).
LITERATUUR
- Baumeister, R. F. (2011). Need-to-belong theory. In P. A. M. Van Lange, A. W. Kruglanski, & E. T. Higgins (Eds.), Handbook of theories of social psychology (pp. 121-140). Sage.
- Cameron, J., & Pierce, W. D. (1994). Reinforcement, reward, and intrinsic motivation: A meta-analysis. Review of Educational Research, 64(3), 363-423.
- Chen, B., Vansteenkiste, M., Beyers, W., Boone, L., Deci, E. L., & Van der Kaap-Deeder, J. (2015). Basic psychological need satisfaction, need frustration, and need strength across four cultures. Motivation and Emotion, 39(2), 216-236.
- Chirkov, V., Ryan, R. M., Kim, Y., & Kaplan, U. (2003). Differentiating autonomia from individualism and independence. Journal of Personality and Social Psychology, 84(1), 97-110.
- Deci, E. L., & Ryan, R. M. (1985). Intrinsic motivation and self-determination in human behavior. Plenum.
- Di Domenico, S. I., & Ryan, R. M. (2017). The emerging neuroscience of intrinsic motivation. Frontiers in Human Neuroscience, 11, 1-14.
- Eisenberger, R., Pierce, W. D., & Cameron, J. (1999). Effects of reward on intrinsic motivation. Psychological Bulletin, 125(6), 677-691.
- Howard, J. L., Bureau, J., Guay, F., Chong, J. X. Y., & Ryan, R. M. (2020). Student motivation and outcomes: A meta-analysis. Educational Psychology Review, 32(1), 1-38.
- Iyengar, S. S., & DeVoe, S. E. (2003). Rethinking the value of choice. Journal of Personality and Social Psychology, 84(2), 349-361.
- Kruglanski, A. W., Chernikova, M., & Rosenzweig, E. (2018). On the psychology of needs and desire. Psychological Inquiry, 29(1), 25-38.
- Markus, H. R., & Kitayama, S. (1991). Culture and the self. Psychological Review, 98(2), 224-253.
- Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and intrinsic motivation. American Psychologist, 55(1), 68-78.
- Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2017). Self-determination theory. Guilford Press.
- Sheldon, K. M. (2011). Psychological needs. Perspectives on Psychological Science, 6(4), 375-388.
- Van den Broeck, A., Ferris, D. L., Chang, C. H., & Rosen, C. C. (2016). SDT at work. Journal of Management, 42(5), 1195-1229.
Winstgevendheid verhogen en uw bedrijf in waarde laten toenemen?
UBS Business Value Creation Services ondersteunt organisaties bij het verhogen van winst- en bedrijfswaarde. Ons team focust zich hierbij op domeinen die de grootste impact hebben op het bedrijfsresultaat. Lees meer →




Reageer op dit bericht