Kennisbank Management

Een toxische werkcultuur verander je niet met stilte: leiderschap begint met confronteren

In organisaties waar men toxisch gedrag tolereert of confrontaties worden vermeden omwille van harmonie, loyaliteit of simpelweg discomfort, ontstaat onvermijdelijk een destructieve en afglijdende cultuur. Dit wordt gekenmerkt door normvervaging, afnemende psychologische veiligheid en een sluipende erosie van vertrouwen binnen teams. Hoewel de intentie om harmonie, loyaliteit of comfort te bewaren begrijpelijk is, leidt het op de langere termijn tot structurele schade aan de organisatie. Wat niet besproken of begrensd wordt, krijgt vrij spel – en wat niet wordt gecorrigeerd, wordt uiteindelijk geïnstitutionaliseerd als ‘acceptabel’.

Leiderschap vraagt in dit licht niet primair om consensus, maar om normstellend en verantwoordelijk gedrag. In de context van toxische dynamieken betekent dit het durven aangaan van confronterende gesprekken, ook wanneer deze ongemakkelijk of interpersoonlijk belastend zijn. Leiderschap is geen kwestie van aardig gevonden worden, maar van het bewaken van de gedragsmatige integriteit van de organisatie. Door niet in te grijpen bevestigt de leider impliciet dat grensoverschrijdend gedrag geen consequenties heeft — met als gevolg dat het systeem zich aanpast aan het disfunctionele gedrag in plaats van andersom.

De kosten van toxisch gedrag op de werkvloer

Volgens onderzoek van Harvard Business School (2015) kost een enkele toxische medewerker organisaties gemiddeld $12.000 per jaar, waarbij de juridische kosten en reputatieschade niet zijn meegerekend (Housman & Minor, 2015). Andere (gevolg)schade is moeilijker meetbaar: hoog personeelsverloop, dalende betrokkenheid, burn-outs en verlies aan gezag van leiders.

Daarbij blijkt uit grootschalige surveys dat de aanwezigheid van slechts één toxisch persoon binnen een team het moraal, de tevredenheid én de productiviteit significant verlaagt (Porath & Pearson, 2013).

Wat is ’toxisch gedrag’ eigenlijk?

Het woord toxisch komt van het Latijnse toxicum—‘gif’. In een werkcontext verwijst toxisch gedrag naar gedragingen of patronen die de sociale, emotionele of professionele veiligheid aantasten. Enkele – maar niet gelimiteerde – voorbeelden:

  • Roddelen, verdeel-en-heers of geruchten verspreiden;
  • Passief-agressieve reacties of chronisch slachtofferschap;
  • Structureel niet nemen en/of verleggen van verantwoordelijkheid;
  • Anderen doelbewust kleineren of ondermijnen—veelal subtiel, zelden expliciet;
  • Beloftegedrag vertonen zonder afspraken na te komen

Een toxische cultuur ontstaat wanneer genoemde gedragingen niet worden gecorrigeerd, maar juist genormaliseerd, stilgezwegen of zelfs beloond worden.

10 effectieve strategieën voor het omgaan met toxisch gedrag

1. Start met gedrag, niet met karakter

Spreek vanuit observaties: “Ik merk dat je tijdens vergaderingen anderen vaak onderbreekt,” in plaats van: “Je bent respectloos.”
→ Focus op gedrag maakt gesprekken minder persoonlijk en meer constructief (Rogers & Farson, 1957).

2. Stel duidelijke grenzen

Ambiguïteit voedt dysfunctioneel gedrag. Zeg concreet wat niet (meer) acceptabel is.
→ Duidelijke gedragsverwachtingen verkleinen de kans op misinterpretatie en escalatie (Baumeister et al., 2007).

3. Benoem het effect op team en cultuur

Trek het gedrag breder dan het individu: leg uit hoe het de teamcohesie, prestaties en/of veiligheid ondermijnt.
→ Mensen veranderen vaker gedrag wanneer ze de impact op anderen begrijpen (Goleman, 2006).

4. Beheers je eigen emotie(s)

Toxisch gedrag is veelal explosief of manipulerend. De kracht is gelegen in jouw rust: je bepaalt de norm.
→ Emotionele zelfregulatie is cruciaal voor effectief leiderschap (Gross, 2002).

5. Vermijd over-verklaringen

Je hoeft gedrag niet eindeloos toe te lichten of jezelf te verantwoorden. Clarity beats complexity.
→ Kort, specifiek en consistent feedbackgedrag is effectiever dan lange monologen (Stone, Patton & Heen, 2010).

6. Converteer gedrag naar positieve actie

Biedt perspectief: hoe kan dezelfde energie of assertiviteit ingezet worden voor iets positiefs?
→ Mensen veranderen sneller als ze zich competent en nuttig voelen (Deci & Ryan, 2000).

7. Documenteer elk gesprek

Niet alleen voor juridische dekking, maar ook om consistentie te waarborgen in opvolging.
→ Formele notities vormen een psychologisch contract voor gedragsverandering (Rousseau, 1995).

8. Corrigeer in privé

Publieke confrontaties leiden tot schaamte en defensief gedrag.
→ Correcties zijn effectiever wanneer de sociale status van de ontvanger gerespecteerd blijft (Brown & Levinson, 1987).

9. Werk met een duidelijke tijdslijn

Gedragsverandering moet meetbaar en tijdgebonden zijn. “Laat verbetering zien binnen 30 dagen.”
→ SMART-doelen verhogen gedragsverandering significant (Locke & Latham, 2002).

10. Wees bereid afscheid te nemen

Wanneer gedrag hardnekkig blijft, is vertrek soms onvermijdelijk.
→ Het behoud van cultuur vereist soms het loslaten van mensen die de cultuur structureel schaden (Collins, 2001).

LITERATUUR

  1. Baumeister, R. F., Vohs, K. D., & Tice, D. M. (2007). The strength model of self-control. Current Directions in Psychological Science, 16(6), 351–355.
  2. Brown, P., & Levinson, S. C. (1987). Politeness: Some Universals in Language Usage. Cambridge University Press.
  3. Collins, J. (2001). Good to Great: Why Some Companies Make the Leap… and Others Don’t. HarperBusiness.
  4. Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The “what” and “why” of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behavior. Psychological Inquiry, 11(4), 227–268.
  5. Goleman, D. (2006). Social Intelligence: The New Science of Human Relationships. Bantam.
  6. Gross, J. J. (2002). Emotion regulation: Affective, cognitive, and social consequences. Psychophysiology, 39(3), 281–291.
  7. Housman, M., & Minor, D. (2015). Toxic workers. Harvard Business School Working Paper No. 16-057.
  8. Locke, E. A., & Latham, G. P. (2002). Building a practically useful theory of goal setting and task motivation. American Psychologist, 57(9), 705–717.
  9. Porath, C., & Pearson, C. (2013). The price of incivility. Harvard Business Review, 91(1–2), 114–121.
  10. Rogers, C. R., & Farson, R. E. (1957). Active Listening. Industrial Relations Center, University of Chicago.
  11. Rousseau, D. M. (1995). Psychological Contracts in Organizations: Understanding Written and Unwritten Agreements. Sage.
  12. Stone, D., Patton, B., & Heen, S. (2010). Difficult Conversations: How to Discuss What Matters Most. Penguin Books.
Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de redactie via info[at]managementplatform.nl of bel +(31)6-57912496.

Reageer op dit bericht

Klik hier om een reactie achter te laten

error: