HRM Leiderschap Modellen

Het Tuckman-model

Het Tuckman-model, ook wel bekend als het Tuckman-storming, norming, performing-model, is een theoretisch kader dat wordt gebruikt om het ontwikkelingsproces van groepen en teams te beschrijven. Het model is ontworpen door Bruce Tuckman in 1965 en is een bekend model in groepsdynamiek. Het Tuckman-model beschrijft de evolutie van een groep of team in vier fasen:

  1. Forming (Vorming): In deze eerste fase komen individuele teamleden samen en beginnen ze zich te oriënteren. Ze leren elkaar kennen, verkennen de doelstellingen van het team en proberen de rolverdeling te begrijpen. Vaak heerst er een zekere mate van terughoudendheid en onzekerheid in deze fase.

  2. Storming (Storming): Na de vormingsfase ontstaan in de stormingsfase vaak conflicten en spanningen binnen het team. Dit komt doordat teamleden hun eigen ideeën en meningen naar voren brengen en het niet altijd met elkaar eens zijn. Het is een cruciale fase waarin de groep de basis legt voor het omgaan met meningsverschillen.

  3. Norming (Norming): In deze fase begint het team samen te werken en consensus te bereiken. Teamleden ontwikkelen normen en regels voor gedrag en communicatie, wat bijdraagt aan een meer stabiele en coöperatieve werkomgeving. De spanningen verminderen doorgaans in deze fase.

  4. Performing (Uitvoering): De performingfase is het hoogtepunt van teamontwikkeling. Het team is goed op elkaar ingespeeld, effectief en productief. Teamleden begrijpen elkaars sterke en zwakke punten, werken samen en bereiken doorgaans de gestelde doelen.

Er is ook een vijfde fase die later aan het model is toegevoegd:

  1. Adjourning (Afscheid): Deze fase beschrijft het proces van het ontbinden van een team na het voltooien van een project of het bereiken van de gestelde doelen. Teamleden nemen afscheid van elkaar en evalueren de prestaties en ervaringen.

Het Tuckman-model kan handig zijn als het gaat om het begrijpen van de dynamiek van groepen en teams, én het kan helpen bij het identificeren van de juiste strategieën voor het beheren van teams in verschillende stadia van ontwikkeling. Het is echter belangrijk op te merken dat niet alle teams dezelfde stadia in hetzelfde tempo doorlopen, en sommige teams kunnen teruggaan naar eerdere stadia als er veranderingen of uitdagingen optreden.

Welke kanttekeningen kunnen er bij het model worden geplaatst?

Hoewel het Tuckman-model nuttig is voor het begrijpen van de ontwikkeling van groepen en teams, zijn er enkele kanttekeningen en beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden:

  1. Simplificatie van teamontwikkeling: Het model biedt een vereenvoudigde weergave van het ontwikkelingsproces van teams. In de praktijk kunnen teamontwikkeling en groepsdynamiek veel complexer zijn en niet altijd lineair verlopen.
  2. Niet altijd van toepassing: Het model is het meest geschikt voor teams waarvan de leden relatief gelijkwaardige competenties en achtergronden hebben. Het kan minder toepasbaar zijn op teams met grote machtsverschillen of zeer uiteenlopende vaardigheden.
  3. Negeren van externe factoren: Het model houdt geen rekening met externe invloeden, zoals organisatorische veranderingen, marktomstandigheden, of andere factoren die van invloed kunnen zijn op teamdynamiek.
  4. Negeren van individuele verschillen: Het model behandelt teamontwikkeling als een uniform proces voor alle teamleden. Het houdt geen rekening met individuele verschillen in persoonlijkheid, ervaring en motivatie, wat van invloed kan zijn op de snelheid en aard van teamontwikkeling.
  5. Beperkte focus op conflicten: Hoewel het model de “Storming”-fase herkent als een periode van conflict, biedt het weinig begeleiding over hoe conflicten moeten worden opgelost. Dit kan leiden tot het onderdrukken van belangrijke meningsverschillen of het falen om constructief met conflicten om te gaan.
  6. Geen expliciete focus op leiderschap: Het model behandelt niet expliciet de rol van leiderschap in het teamontwikkelingsproces. Leiders kunnen een aanzienlijke invloed hebben op hoe een team de verschillende fasen doorloopt.
  7. Culturele en contextuele variatie: Het model is ontwikkeld in een westerse context en kan niet volledig van toepassing zijn op teams in andere culturen. Ook kan het verschillen afhankelijk van de aard van het werk en de branche.

LITERATUUR
Tuckman, Bruce. (1965). Psychological Bulletin 63 (6): 384–99. “Reprinted with permission in Group Facilitation, Spring 2001

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de redactie via info[at]managementplatform.nl of bel +(31)6-57912496.

Hebt u inhoudelijke vragen en/of zoekt u ondersteuning bij een organisatievraagstuk?
Neem ook dan gerust contact met ons op. Een team van adviseurs staat u voor u klaar.

Reageer op dit bericht

Klik hier om een reactie achter te laten