Het kabinet en de sociale partners vinden dat het huidige pensioenstelsel op een aantal punten niet meer voldoet. De nieuwe wet is er niet op gericht de pensioenen te versoberen, maar juist om deze te verbeteren.
Door de “garantie” van de pensioenuitkeringen en de al jarenlange lage rentestand moeten de pensioenfondsen grote buffers aanhouden, waardoor de pensioenen bij een groot aantal fondsen al jaren niet meer geïndexeerd worden. Daarnaast is de arbeidsmarkt veranderd. Mensen werken niet meer hun leven lang bij dezelfde werkgever of in dezelfde bedrijfstak, maar veranderen vaker van baan of werken kortere of langere tijd als zelfstandig ondernemer. Ook betalen de deelnemers bij veel pensioenregelingen dezelfde premie (doorsneepremie) ongeacht hun leeftijd, waardoor de jongeren de ouderen subsidiëren.
Wat verandert er?
Er komen drie verschillende premieovereenkomsten voor de opbouw van pensioen waaruit (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers kunnen kiezen. Deze overeenkomsten verschillen van elkaar in de mate waarin bepaalde risico’s tussen de deelnemers of groepen van deelnemers gedeeld worden. Bij twee van de drie premieovereenkomsten kan de deelnemer op de pensioendatum kiezen voor een vaste uitkering.
Iedere deelnemer in een pensioenregeling krijgt in het nieuwe pensioenstelsel een persoonlijke pensioenpot, die opgebouwd wordt uit de ingelegde premies en het rendement daarop. De hoogte van de toekomstige pensioenuitkering is tijdens de opbouwfase niet meer gegarandeerd. De in te leggen premie (een vast percentage van de pensioengrondslag*) is voor iedere deelnemer in die pensioenregeling gelijk. Jongere deelnemers bouwen door de langere beleggingsduur met dezelfde premie meer kapitaal op dan oudere deelnemers. Zij kunnen door de langere beleggingsduur ook wat meer beleggingsrisico nemen. Naarmate iemand dichter bij de pensioendatum komt, wordt het beleggingsrisico afgebouwd. Op de pensioendatum wordt het opgebouwde kapitaal in de persoonlijke pot omgezet in een pensioenuitkering. Die levenslange uitkering is in meer of mindere mate ook afhankelijk van het beleggingsrendement, tenzij een deelnemer gekozen heeft voor een vaste uitkering.
Bestaande collectieve pensioenreserves naar nieuwe regeling
Een van de grote uitdagingen is het besluit hoe om moet worden gegaan met de bestaande collectieve pensioenreserves in de pensioenfondsen: het zogenoemde invaren. Hoe deze pensioenreserves worden verdeeld over de bestaande deelnemers en uitkeringsgerechtigden moet worden afgewacht.
Reageer op dit bericht