Waar Taylor zich richt op onderzoek uitsluitend op de werkvloer (shop Floor), onderzoekt Fayol de ‘fucntion administrative’, ofwel het management. Hierbij wordt de vraag gesteld wat managers feitelijk doen. Fayol ziet de leidinggevende functie als een overkoepeling van de overige bedrijfsfuncties. Ofwel moet de manager integraal denken en dus niet denken in een bepaald functiegebied. Op basis van zijn onderzoekt komt Fayol tot de vijf volgende leidinggevende taken:
1. Prévoir: prognosticeren van de toekomst en doelen/beleid vaststellen
2. Organiser: bouwen van een hiërarchische structuur met de eenheid van leiding en heldere functieomschrijvingen (organiseren)
3. Commander: aan het werk zetten van personeel (leidinggeven)
4. Coordonner: richten van alle deelgebieden op de doelen van het bedrijf (coördineren)
5. Controler: tijdige informatieverzorging moet vergelijking van de resultaten met de planning mogelijk maken (procesbeheersing)
Reageer op dit bericht