Leiderschap Marketing Modellen Ondernemerschap Strategie

Het Ashridge-missiemodel

Het formuleren van een missie kent diverse functies: het dient richting te geven, doelbepalend te zijn, het fungeert als houvast bij de dagelijkse praktijk alsook maakt het voor de buitenwereld helder waar een organisatie voor staat. Het opstellen van een missie is dan ook een complexe aangelegenheid wil ze allesomvattend zijn.
Het Ashridge-missiemodel van Campbell & Yeung biedt echter krachtige ondersteuning teneinde een weldoordachte missie van een organisatie te formuleren en/of te beoordelen. Het model houdt hierbij rekening met zowel de strategische als culturele aspecten en gaat uit van twee stromingen, namelijk de strategische school (eerste stap van het strategisch managementproces) en de culturele school (hierbij wordt de missie beschouwd als een uiting die de goede samenwerking tussen de medewerkers waarborgt). Samensmelting van beide scholen leidt tot een nieuwe visie op het begrip ‘missie’ welke het uitgangspunt is voor het Ashridge-missiemodel.
Het model is onderstaand weergegeven en wordt opgevolgd door een beknopte toelichting.




De vier elementen in bovenstaand model ondersteunen en versterken elkaar en kunnen niet los van elkaar worden beschouwd: het waarborgt de onderlinge samenhang en derhalve leidt dit tot een sterke, kwalitatief hoogstaande missie. De elementen ‘waarden’ en ‘gedragsnormen’ relateren aan het begrip cultuur.

1.Doel
Het eerste onderdeel van het Ashridge-missiemodel betreft het doel van de missie. Het doel van de missie beschrijft waarom het bedrijf bestaat en naar welk doel de organisatie streeft. Het model maakt hiervoor onderscheid tussen drie type organisaties, namelijk:

  1. Organisaties die zich exclusief focussen op het creëren van waarde voor aandeelhouders, waar besluiten worden genomen vanuit het perspectief van de owners;
  2. Organisaties die zich focussen op het bevredigen van belangen van alle belanghebbenden, zoals klanten, medewerkers en de omgeving;
  3. Organisaties die een ideaal nastreven en zich vooral focussen op het bereiken van een hoger moreel doel.

2. Strategie
Het tweede onderdeel van het Ashridge-missiemodel betreft de strategie. Het onderdeel strategie gaat in op het bereiken van organisatorische doelstellingen in een concurrerende omgeving. Hiervoor moet een strategie worden gevolgd, welke als handleiding dient voor de gehele organisatie. De strategie dient te worden doorvertaald in de missie. Daarnaast dient te worden onderbouwd waarom voor deze strategie is gekozen en wat de organisatie zo uniek maakt in het nastreven van die strategie.

3. Waarden
Het derde onderdeel van het Ashridge-missiemodel zijn de waarden die de organisatie centraal stelt. Waarden gaan over de manier en redenen waarop succes van een groep of individu worden gewaardeerd. Deze waarden vloeien voort uit principes en overtuigingen en zijn bepalend voor de bedrijfscultuur. Waarden verschaffen betekenis aan de gedragsnormen binnen de organisatie.

4. Gedragsnormen
Het vierde en laatste onderdeel van het Ashridge-missiemodel betreffen de gedragsnormen in de organisatie. Gedragsnormen zijn de kernwaarden van een organisatie welke zijn doorvertaald in gedragsrichtlijnen. Op deze wijze is het voor medewerkers evident welk gedrag van hen verwacht wordt. Gedragsrichtlijnen kunnen zowel abstract als specifiek (concrete instructies) worden omschreven en zijn vaak vastgelegd in een handboek. Een dergelijk handboek bestaat vaak uit bepaalde verwachtingen, principes, sociale normen en regels.

Het Ashridge-missiemodel betreft een strategisch managementinstrument die een persoon of organisatie in staat stelt een uitgebalanceerde missie te formuleren. Een missie dient niet te worden beschouwd als een overtrokken, egostrelend symbool van het bedrijf of het management: een missie die voldoet aan de genoemde criteria en koppelingen vormt de grondslag voor de creatie van een sense of mission bij de medewerkers. Aan een uiting waarin elementen voorkomen die medewerkers aanspreken op persoonlijk gebied, wordt een belangrijk deel van de betrokkenheid, doelgerichtheid en daarmee motivatie ontleend. Volgens Guy Kawasaki kan een missie-uiting dan ook fungeren als ‘(…) a lantern, an anchor, and at times, a conscience’. Deze constatering rechtvaardigt de energie die gestoken dient te worden in de formulering van een missie. Het Ashridge-missiemodel is een goede kapstok om op een gestructureerde manier tot een gebalanceerde missiestatement te komen.

LITERATUUR
Campbell, A., & Yeung, S. (1991). Creating a sense of missionLong range planning, 24(4), 10-20. Oxford: Pergamon Press

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de redactie via info[at]managementplatform.nl of bel +(31)6-57912496.

Hebt u inhoudelijke vragen en/of zoekt u ondersteuning bij een organisatievraagstuk?
Neem ook dan gerust contact met ons op. Een team van adviseurs staat u voor u klaar.

Reageer op dit bericht

Klik hier om een reactie achter te laten