In Nederland zijn veel soorten beschermingsconstructies tegen vijandige biedingen ontworpen en ingezet. De meest primaire worden in dit artikel uiteengezet, waarbij tevens een onderverdeling tussen permanente en adhoc beschermingsconstructies wordt gemaakt.
Permanente beschermingsconstructies
(1) Onafhankelijke beschermingsstichtingen.
Hieronder vallen de stichting die gerechtigd is tot een calloptie op preferente aandelen in het kapitaal van de beursvennootschap (ook wel een “prefstichting”) en de stichting die aandelen houdt in de beursvennootschap en daarvan genoteerde certificaten heeft uitgegeven (een “stichting administratiekantoor”)
Een dergelijke stichting is vrijgesteld van de biedplicht, welke vrijstelling voor een prefstichting beperkt is tot een periode van twee jaar.
(2) Oligarchische regelingen.
Hieronder vallen regelingen die de macht van de AV beperken en daarmee bemoeilijken of verhinderen dat een vijandige bieder controle kan krijgen wanneer het vijandig bod zou slagen, bijvoorbeeld door toepassing van stemrechtbeperkingen, goedkeurings- of voorstelrechten, de holding- of piramidestructuur of prioriteitsaandelen met voorstel- of goedkeuringsrechten die zijn uitgegeven aan een stichting.
Adhoc beschermingsconstructies
(1) Uitgifte van (rechten tot het nemen van) gewone aandelen.
Een beursvennootschap kan een minderheidsbelang in aandelen uitgeven aan een bevriende minderheidsaandeelhouder (een white squire) met financiële verwatering of aan een stichting zonder financiële verwatering.
(2) Transacties betreffende materiële vermogensbestanddelen.
Dit kan gaan over de aankoop van een onderneming, de verkoop van een belangrijke dochter (crown jewel) aan een derde of aan een stichting of over het plaatsen van een belangrijke dochteronderneming in een joint venture. Het hierboven weergegeven overzicht is niet uitputtend en er zijn vele variaties mogelijk. Zo kunnen beschermingsconstructies zowel op het niveau van de beursvennootschap als op dochterniveau worden ingesteld of uitgeoefend. Daarnaast kan ook zonder specifiek geconstrueerde juridische beschermingsconstructie een vijandig bod worden afgewend of bemoeilijkt door gebruik te maken van algemene regelingen zoals het wettelijk structuurregime en de responstijd van maximaal 180 dagen uit de Corporate Governance Code.
De vennootschapsleiding van een beursvennootschap kan een overname ook al behoorlijk bemoeilijken door simpelweg te weigeren om serieus in overleg te gaan met een potentiële bieder (de just say no-strategie). Het bestuur van de beursvennootschap is in beginsel ook niet verplicht om inhoudelijke besprekingen te voeren met een serieuze potentiële bieder die ongevraagd een overnamevoorstel doet. Het bestuur kan zelfs in gesprek gaan met een bevriende partij die vervolgens een (concurrerend) bod doet op de beursvennootschap (een white knight), als dit een strategisch alternatief is dat bijdraagt aan het bevorderen van het bestendige succes van de onderneming.
LITERATUUR
Nelen, G. (2020). De beursvennootschap, corporate governance en strategie. Wolters Kluwer
Reageer op dit bericht