Het Toulmin-model is ontwikkeld door de Britse filosoof Stephen Toulmin. Het is ontworpen om de structuur van een argument te analyseren en te evalueren. Het Toulmin-model legt de nadruk op het expliciet maken van de onderliggende redeneringen en het identificeren van de verschillende elementen die een argument ondersteunen. Door deze structuur te volgen, kunnen sprekers en schrijvers hun argumenten beter opbouwen en versterken. Voorts kunnen toehoorders of lezers het argument beter begrijpen en evalueren op basis van de gepresenteerde gegevens en redeneringen.
Het model bestaat in de basis uit vier elementen:
- een standpunt (S);
- een gegeven (G): een premisse die het standpunt ondersteunt;
- een rechtvaardiging (R): de premisse in een als-dan-vorm;
- en een ondersteuning (O) van de als-dan-premisse.
Het model is daarnaast uitgebreid met drie elementen die te maken hebben met de mate van zekerheid waarmee (S) wordt gepresenteerd en met tegenargumenten:
- Kwalificatie
- Rechtvaardiging
- Ondersteuning
- Concessie
- Voorbehoud
Twee basisvormen van een simpele redenering:
- Gegeven, derhalve claim (vooruitwijzende presentatie)
- Claim, want gegeven (terugwijzende presentatie)
Gegevens moeten waar zijn, claims helder en eenduidig geformuleerd.
Kwalificatie:
(a)kansaanduider: de mate van waarschijnlijkheid van feitenuitspraken
(b)krachtaanduider: de mate van stelligheid van normatieve of waardenuitspraken.
Rechtvaardiging:
(a)dat de stap van gegeven naar claim gerechtvaardigd is
(b)waarom die stap gerechtvaardigd is
in de rechtvaardiging wordt dus het verband tussen gegeven en claim aannemelijk gemaakt.
Rechtvaardigingen zijn dikwijls impliciet
–in een welbepaalde context (niet erg)
–in een onbepaalde context (wel erg)
Ondersteuning:
De ondersteuning heeft als functie de rechtvaardiging meer kracht bij te zetten, door aan te geven wat deze rechtvaardiging tot een goede rechtvaardiging maakt.
Dit maakt soms het onderscheid lastig met een secundaire rechtvaardiging
De dialectische opvatting van argumenteren komt tot uiting in de volgende elementen:
Voorbehoud: claim, tenzij X
Ingeval van x wordt de claim ingetrokken.
Concessie: claim, hoewel X is geen reden om de claim in te trekken.
LITERATUUR
Toulmin, S. E. (1958). The Uses of Argument. Cambridge University Press.
Reageer op dit bericht