Kuiken (2019) stelt dat de meeste problemen ontstaan in een bepaald – doorgaans heersend- paradigma. Tegenwoordig is dat veelal het rationele, zakelijke paradigma van de manager waarin werk een serieuze aangelegenheid is en er veel moet.
Kuiken stelt dat er in dit licht een drietal ‘oplossingen’ geboden kunnen worden:
1: Een a’tje of mono-paradigmatisch
Hiermee blijf je binnen het paradigma van de probleemhebber en verstrekt daarbinnen adviezen en tips. Dit zijn doorgaans adviezen en tips die de probleemhebber reeds had bedacht en derhalve weinig mee opschiet. Een b’tje of een c’tje kan dan worden toegepast.
2: Een B’tje of poly-paradigmatisch
Hierbij wordt uit het paradigma van de probleemhebber gestapt en worden nieuwe alternatieve interpretaties aangeboden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de feiten en betekenissen die de probleemhebber er aan toekent en vervolgens andere betekenissen worden verzonnen.
3: Een C’tje of meta-paradigmatisch
Dit is van toepassing wanneer de probleemhebber enorm vastzit in een bepaalde manier van denken.
Kuiken stelt dat hier op geïntervenieerd kan worden door een andere manier van denken tegenover te plaatsen. Zo stelt hij voor dat wanneer het probleem volstrekt rationeel wordt benaderd, het probleem vervolgens te laten voelen. Ook stelt hij andere vormen voor zoals het probleem biografisch benaderen, magisch denken toepassen, procesmatig, ondernemend, etc.
Kuiken stelt dat de verschillende rollen van de organisatiefilosoof zich vooral bevinden in de c’tjes.
Hij verstrekt een aantal voorbeelden van rollen en wat er in de rol gedaan kan worden:
De filosoof
De filosoof denkt veel na, vooral over de manier waarop we denken, over het denken.
De filosoof vraagt door. De filosoof kan enorm rationeel, beschouwend en theoretisch zijn.
Kuiken stelt in deze rol voor ‘het goede gesprek’ te voeren, inhoudende een gesprek te voeren zonder agenda, zonder thema en zonder doel. Hij stelt dat de belangrijke onderwerpen vanzelf op tafel komen. Luisteren zonder oordeel naar elkaar staat hier centraal.
De kunstenaar
Kuiken stelt dat vele kunstenaars vooral doen. Ze maken iets, zetten iets neer als statement.
Kunst kan je raken, op het verkeerde been zetten, je omver gooien, je laten lachen, huilen en dansen.
Kuiken stelt in deze rol dan ook voor om vooral te gaan ‘doen’.
Als voorbeeld geeft hij het maken van een collage van de organisatie.
De priester
De priester fungeert in veel religies als tussenpersoon tussen God en de mens.
De priester tracht de medemensen te behoeden voor (grote) misstappen. Voorts voert de priester rituelen uit. Ook in organisaties zijn er rituelen. Te denken valt een vergadering of functioneringsgesprek.
Kuiken stelt dat rituelen belangrijk zijn, omdat het helpt onderdeel van een groep te voelen.
Kuiken stelt in deze rol voor om te achterhalen waar men in gelooft en hoe daar invulling aan te geven.
De waarden en hoe deze te laten gelden staan hierbij centraal.
De Hofnar
De grappenmaker: veelal een mismaakt figuur die vanzelf spotlust oproept, als betrekkelijk ongevaarlijk wordt gezien, maar ondertussen tegen de heersende opvattingen kan ingaan en daarmee derhalve invloed heeft op de machthebbers.
Kuiken stelt voor dat bestuurders een nar aanstellen, iemand die alles mag zeggen.
Hij stelt dat dit een bijdrage levert aan een open cultuur, waarin het als normaal wordt gezien dat mensen misstanden melden zonder dat dit negatief effectueert op hun carrière.
Kuiken stelt echter wel dat een klokkenluider, volgens hem een nar zonder status, beperkt bescherming geniet en hier nog een lange weg voor te gaan is.
De verhalenverteller
Volgens Kuiken leven mensen in en van verhalen. Dit verschaft zin.
Dit geldt ook voor de organisatie waar mensen een groot deel van hun tijd doorbrengen.
Verhalen drukken uit wat belangrijk wordt geacht, wat van elkaar kan worden geleerd, wat inspireert, etc.
Kuiken stelt in deze rol voor verhalen te vertellen door bijvoorbeeld het maken van filmpjes, het schrijven blogs en dergelijke.
Verzin maar lekker je eigen rol
Bovenstaande rollen zijn slechts enkele suggesties. Kuiken moedigt aan zelf betere en/of andere rollen te bedenken.
Denk na over wat jij denkt dat de organisatie nodigt heeft en wat jij denkt te kunnen bijdragen.
Experimenteren en spelen staat hierbij centraal.
LITERATUUR
Kuiken, B. (2019). De organisatiefilosoof. Hoe je door anders denken, anders kijken en anders praten organisatievraagstukken écht kunt aanpakken. S2uitgevers: Baarn
Reageer op dit bericht