Wanneer we spreken over projectmanagement, dan hebben we het over het aansturen van een project. Een project komt voort uit een projectmatige aanpak van een probleem. Het moge evident zijn dat een probleem kan van alles zijn: het, het starten van een nieuwe onderneming, een nieuwe afdeling opzetten of het schrijven van een rapport.
Er bestaan diverse manieren om projecten in te delen. Eigenlijk komen al deze methodieken komen neer op hetzelfde: een denkstadium, een doestadium en een afbouwstadium. In het denkstadium wordt bedacht wat het eindresultaat moet zijn, in het doestadium wordt aan het eindresultaat gewerkt en in de afbouwfase wordt alles afgerond.
Er zijn grofweg drie manieren om een probleem aan te pakken:
- Routinematig werken: deze aanpak heeft als voordeel boven de andere twee dat het efficiënt is. Routinematig werken kent doorgaans herhaling.
De aanpak leent zich dan ook goed voor het aanpakken van problemen die zich regelmatig voordoen. Binnen een organisatie volgt men gebaande paden, communicatielijnen en besluitvormingsprocessen. - Improviserend werken: het voordeel van improviserend werken is dat het flexibel is. Doordat weinig wordt vastgelegd en er geen vaste regels en procedures worden gevolgd kan overwegend sneller worden ingespeeld op veranderende omstandigheden.
- Projectmatig werken: deze aanpak combineert de efficiëntie van routinematig werken met de flexibiliteit van improviserend werken.
Projectmatig werken is echter niet altijd de beste optie. De volgende overwegingen gelden hierbij:
- Een routinematige aanpak ligt het meeste voor de hand wanneer men een bepaald resultaat herhaaldelijk dient de bereiken onder gelijkblijvende omstandigheden met gelijkblijvende middelen.
- Improviserend werken ligt het meest voor de hand indien er iets volstrekt nieuws, onder volstrekt onbekende omstandigheden en met ons onvertrouwde middelen, dienen aan te pakken.
- Projectmatig werken ligt tussen deze uitersten in.
Deze aanpak ligt voor de hand wanneer:
- Het gewenste resultaat niet volstrekt nieuw is maar wel veel nieuwe elementen bevat;
- Mensen uit verschillende disciplines of vakgebieden moeten samenwerken;
- Men eenmalig een maximale prestatie moet leveren;
- Men over beperkte (gelimiteerde) middelen beschikt om dat resultaat te bereiken.
Kenmerken van projecten zijn:
- Gefaseerde besluitvorming.
- Integrale beheersing van tijd, geld, documentatie en kwaliteit.
- Interdisciplinaire projectgroepen. Opsplitsing van taken.
LITERATUUR
Gert Wijnen, Willem Renes, Peter Storm. (1996). Projectmatig werken. Het Spectrum: Utrecht
Reageer op dit bericht