Volgens Harrison dient een organisatie rekening te houden met tegenstrijdige belangen tussen het individu en de organisatie. De oplossingen die voor een dergelijk spanningsveld door een organisatie wordt geboden bepalen de cultuur. Er zijn volgens Harrison (1972) vier soorten organisatieculturen van elkaar te onderscheiden, namelijk de machtscultuur, de rolcultuur, de taakcultuur en de persoonscultuur. Onderstaand een beknopte weergave hiervan.
Machtscultuur (baas-gericht)
Deze cultuur wordt gekenmerkt door een forse waarde die een organisatie, met de name de leiding, hecht aan macht. Er is sprake van een sterke leider (de baas) die de organisatie bestuurt alsook zijn er weinig regels en derhalve beperkte bureaucratie. Beheersing geschiedt vanuit een centraal punt waarbij de macht wordt gedelegeerd naar sleutelfiguren binnen de organisatie. Tevens zijn resultaten het criterium voor succes en wordt er meer waarde gehecht aan de individuele prestaties dan aan samenwerking.
Rolcultuur (functie-gericht)
Deze cultuur kenmerkt zich door hiërarchie, rechten, plichten, afspraken, regels en regelmaat. Beheersing vindt plaats door middel van procedures, regels alsook functiebeschrijvingen. Rol en status zijn doorgaans belangrijker dan de prestatie waardoor vaak bureaucratie ontstaat met als gevolg een inflexibele organisatie.
Taakcultuur (resultaat-gericht)
Deze cultuur kenmerkt zich door probleemoplossend vermogen, prestaties en voor wat betreft de coördinatie geldt als uitgangpunt wat het werk aan eisen stelt. Deskundigheid, flexibiliteit en dynamiek staan hierbij sterk centraal. Opgemerkt dient te worden dat door de flexibiliteit en dynamiek een dergelijke organisatie doorgaans moeilijker te besturen zijn.
Persoonscultuur (mens-gericht)
Hierbij gaat het om een cultuur die zich kenmerkt door het centraal stellen van het individu. Individuele belangen en ontwikkelingen, gedeelde interesses en waarden zijn hier het bindend element. Verder kenmerkt deze cultuur zich door beperkte regels, wat overigens kan leiden tot coördinatieproblemen. Verder kent persoonlijk succes voorrang op het succes van de organisatie als geheel.
LITERATUUR
Handy, C. B. (2007). Understanding organizations. Penguin UK.