Integriteit staat volop in de belangstelling. Er worden symposia over integriteit georganiseerd, beroepsbeoefenaren worden steeds vaker uitgenodigd voor workshops of trainingen rond het thema en menig organisatie beschikt inmiddels over een code waarin integriteit wordt genoemd als een van de belangrijkste basiswaarden. Volgens sommigen is al die aandacht schromelijk overdreven of zelfs schadelijk – het alsmaar hameren op integriteit zou leiden tot vertraging van besluitvormingsprocessen, verlies aan kwaliteit en een toename van overbodige regels en procedures.
In ‘Integriteit in de beroepspraktijk’ toont Edgar Karssing overtuigend aan dat deze kritiek onterecht is. Weliswaar valt er het een en ander aan te merken op de manier waarop met het thema integriteit wordt omgegaan, maar dat is het gevolg van een te beperkt begrip van integriteit en een verkeerde aanpak om integriteit in de beroepspraktijk te bevorderen. Om die reden pleit Karssing voor een nieuwe, positieve visie op integriteit en levert hij meteen een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming daarvan.
‘Integriteit in de beroepspraktijk’ is een prikkelend boek, dat de lezer aan de hand van vele praktijkvoorbeelden, citaten en stellingen aan het denken zet over wat integriteit eigenlijk precies inhoudt en hoe dat vertaald kan worden naar de dagelijkse praktijk. Voor iedereen die beroepshalve met integriteitskwesties te maken heeft of daarin geïnteresseerd is, vormt het een onmisbare inspiratiebron.