Het arm’s length principe is een belastingprincipe dat wordt gebruikt bij internationale transacties tussen gelieerde ondernemingen. Het principe stelt dat de voorwaarden van dergelijke transacties moeten plaatsvinden alsof de partijen geen onderlinge banden hebben en volgens marktconforme voorwaarden handelen. Met andere woorden, de prijzen of vergoedingen die gelieerde ondernemingen hanteren voor hun transacties moeten vergelijkbaar zijn met die tussen onafhankelijke partijen.
Het doel van het arm’s length principe is om ervoor te zorgen dat belastingautoriteiten een eerlijke belastinggrondslag hebben bij het belasten van grensoverschrijdende transacties. Het principe voorkomt dat gelieerde ondernemingen prijzen of vergoedingen manipuleren om belastingvoordelen te behalen. Het bevordert eerlijke concurrentie en voorkomt dat winsten kunstmatig worden verplaatst naar jurisdicties met een lager belastingtarief.
In Nederland wordt het arm’s length principe toegepast op basis van de internationale richtlijnen van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). De Nederlandse belastingdienst, de Belastingdienst, hanteert dit principe om de transacties tussen gelieerde ondernemingen te beoordelen en te bepalen of de gehanteerde prijzen of vergoedingen marktconform zijn. Als de voorwaarden van de transacties niet voldoen aan het arm’s length principe, kan de Belastingdienst de prijzen of vergoedingen aanpassen om tot een marktconforme waarde te komen voor fiscale doeleinden.
Reageer op dit bericht