De loopbaan is een belangrijk element van de ontwikkeling van het individu, door in de tijd overlappende en elkaar opvolgende levensfasen heen. In elke fase doorloopt het individu een aantal ontwikkelings‑ en rijpingsprocessen met betrekking tot aan die fase gerelateerde (levens)opgaven en vraagstukken. Ieder stadium brengt zijn eigen bijzondere problemen met zich mee.
‘Rijpheid’ voor de ene fase biedt echter geen garantie voor een goed functioneren in de volgende fase.
Iedere persoon heeft te maken met elkaar tegelijkertijd overlappende levenssferen; het gezin, de kennissenkring, het beroep, het werk, de arbeidsorganisatie enzovoorts. De overgang tussen de verschillende fasen wordt vaak bewerkstelligd door veranderende omstandigheden en gemarkeerd door individuele heroriëntatie, onbekendheid met de vraagstukken waarvoor het individu zich ziet geplaatst en het ontbreken van hiervoor eerder geleerde gedrags‑ en aanpassingsvormen. Bij elke fase‑overgang ziet het individu zich geconfronteerd met de mogelijke dreiging van incompetentie of het niet bij machte zijn het hoofd te kunnen bieden aan de nieuwe problemen.
Vanuit de gezichtshoek van persoonsontwikkeling zouden ideaaltypisch een zevental karakteristieke, elkaar vaak overlappende fasen als volgt kunnen worden onderscheiden:
- De opgroeifase.
In interactie met de omgeving komt een eerste zelfbeeld c.q. beleving van de sociale identiteit tot ontwikkeling. - De aanloopfase.
Tijdens deze periode verkent men mogelijke beroepsalternatieven en worden de eerste loopbaanbepalende beslissingen (bv. opleidingskeuze) genomen. - De opbouwfase.
Tijdens deze fase staat het verwerven van een geschikte arbeidspositie centraal. Men tast af in hoeverre men al dan niet geschikt is voor het aanvankelijk gekozen arbeidsveld en hoe de loopbaanperspectieven zich op de langere termijn zullen ontwikkelen. - De stabilisatiefase.
Het individu onderneemt gerichte activiteiten om zijn loopbaan in de gewenste richting te leiden. - De midcareerfase.
Het individu maakt de balans op van de carrièrevoortgang tot dan toe in relatie tot zijn ambities en doelstellingen. - De handhavingsfase.
Het handhaven van de verworven positie (onder veranderende omstandigheden zoals technologie, functie‑eisen, onderlinge wedijver) is een kern‑issue gedurende deze periode. Voor sommigen vormt dit aanleiding om te zien naar nieuwe uitdagingen en kansen, die in een nieuwe periode van groei kan worden omgezet. - De afbouwfase.
In deze fase moet het individu leren omgaan met afnemende beroepsperspectieven, verminderende belastbaarheid en prestatievermogen, en afnemende macht. Gedurende deze fase gaat men zich allengs voorbereiden op de uittreding uit het arbeidsproces.
De loopbaanfasen bieden een kader waarmee de carrièreontwikkeling van personen in kaart kan worden gebracht. Bovendien kan aan de hand hiervan globaal worden beschreven met welke issues en gebeurtenissen de modale medewerker waarschijnlijk op het persoonlijke en op het beroepsmatige vlak zal worden geconfronteerd. Er dient echter op te worden gewezen, dat alle werknemers zeker niet op een gelijke wijze de verschillende fasen zullen doorlopen en de verschillende fasen ook niet op een gelijksoortige wijze zullen ervaren.
Indien men in het kader van het loopbaanbeleid in staat is zicht te krijgen (bijvoorbeeld aan de hand van het bovengenoemd fasenmodel) op de specifieke issues die voor de werknemers op verschillende tijdstippen binnen hun loopbaan van belang zijn, is het uiteraard beter mogelijk het door de organisatie gevoerde beleid toe te snijden op de behoeften van de afzonderlijke werknemers.
Hiervoor is het noodzakelijk eerst de fase te diagnostiseren waarin de werknemer verkeert en vervolgens de specifieke vraagstukken waarvoor hij c.q. de organisatie zich ziet geplaatst. Deze issues worden nu achtereenvolgens per fase toegelicht. Er zijn vier domeinen te onderscheiden:
- Persoonsontwikkeling en karakteristieke loopbaanvraagstukken;
- Aandachtspunten voor loopbaanplanning;
- Loopbaanmanagement;
- Loopbaanbegeleiding.
De aanloopfase
In de aanloopfase zijn de volgende issues relevant:
- Persoonsontwikkeling.
Wat zijn mogelijke alternatieven op het gebied van de beroeps‑, functie‑ en loopbaan keuze en wat zijn de vooruitzichten qua werkgelegenheid? Hoe is het gesteld met de persoonlijke capaciteiten en potentiële groeimogelijkheden en naar welk gebied gaan de eigen interesses uit? - Loopbaanplanning.
Voorlichting en informatie over loopbaanmogelijkheden en carrière-paden. - Loopbaan-management.
Het bieden van een geschikte aanloopfunctie, met een gevarieerd takenpakket en met mogelijkheden voor de ontwikkeling van kennis en kunde. - Loopbaanbegeleiding.
Zorg dragen voor een realistische functie‑inschatting en een realistische beroeps‑inschatting. De nieuwe medewerkers dienen door een aantal zorgvuldig geselecteerde taken en opdrachten heen te worden gesluisd voor het ontwikkelen van (voor het functieniveau noodzakelijke en op de functie-verblijfsduur afgestemde) kennis, vaardigheden en kunde.
De opbouwfase
Voor de opbouwfase gelden de volgende karakteristieken.
- Persoonsontwikkeling.
Functioneert men in overeenstemming met de verwachtingen. Zijn de noodzakelijke voorwaarden voor verdere carrièreontwikkeling vervuld. - Loopbaanplanning.
Loopbaanbegeleiding en advisering. Assessment-centres & workshops. Interesse & belangstellingsregistratie. Functiebeoordeling. - Loopbaan-management.
Feedback over prestaties, aantrekkelijke functies. Erkenning van prestaties. - Loopbaanbegeleiding.
Feedback over de geleverde prestaties vormt voor de medewerkers een essentieel referentiepunt voor de wijze waarop ze zich binnen de organisatorische context dienen op te stellen. Nadat medewerkers hebben bewezen over voldoende vakbekwaamheid te beschikken binnen een bepaald domein, zouden ze de gelegenheid moeten krijgen om te laten zien wat ze waard zijn binnen een andere setting met de mogelijkheid tot snelle promotie. In geval van erg risicovolle opdrachten is het gewenst ‘terugval’ functies te scheppen van waaruit minder fortuinlijke medewerkers zonder nadelige gevolgen weer een nieuwe start kunnen maken met de opbouw van hun carrière.
De stabilisatiefase
Voor de stabilisatiefase zijn de volgende karakteristieken relevant.
- Persoonsontwikkeling.
Verloopt de voortgang van de loopbaan overeenkomstig de verwachtingen. Wat zijn de individuele mogelijkheden voor het bewerkstelligen van een effectieve carrière-voortgang. - Loopbaanplanning.
Informatie over begeleiding bij uitdagende opdrachten. Het bieden van kansen aan medewerkers zodat deze kunnen bewijzen wat ze waard zijn. - Loopbaan-management.
Deskundigheidsbevordering, kennis‑ en ervaringsoverdracht en ondersteuning. - Loopbaanbegeleiding.
De praktijk heeft uitgewezen dat mentoren van immense invloed kunnen zijn op de loopbaanontwikkeling van hun pupillen. Deze vorm van intensieve, persoonlijke begeleiding is bevorderlijk voor een gerichte kennis en ervaringsoverdracht. Omdat hierdoor kan worden voorkomen dat de medewerkers ieder voor zich en steeds weer opnieuw het ‘organisatorische wiel’ moeten uitvinden, vormt het mentorschap een erg efficiënt loopbaanontwikkelingsinstrument, zeker voor zover het gaat om de aanloopfasen van loopbanen. Assessment-centers (uitgebreide en zeer intensieve, in enkele dagen gecomprimeerde, simulaties van de toekomstige functie, soms aangevuld met traditionele testtechnieken) verschaffen individuen inzicht in hun eigen sterke en zwakke punten. Organisaties kunnen op grond hiervan de medewerkers selecteren met het grootste ontwikkelingspotentieel en kunnen hieruit bovendien afleiden, welke aanvullende (beleids) maatregelen gewenst zijn op het gebied van de loopbaanbegeleiding opdat men in de toekomst kan voorzien in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan menskracht.
De midcareerfase
Tijdens de midcareerfase onderscheiden we de volgende aspecten.
- Persoonsontwikkeling.
Wat zijn de carrièreperspectieven voor de (naaste) toekomst? Hoe kan men de eigen prestaties beter etaleren en profileren? Hoe kunnen de loopbaandoelen (weer) beter in overeenstemming worden gebracht met de belangen in de persoonlijke levenssfeer? - Loopbaanplanning.
Bieden van inzicht in de carrièremogelijkheden op de langere termijn. Het geven van feedback aan de medewerkers hoe groot de nog te overbruggen afstand is naar deze toekomstige functies (in tijd en in kwalificatie). Bevorderen van collegiale verhoudingen. - Loopbaan-management.
Het afstemmen van de beroepssfeer met de persoonlijke levenssfeer. - Loopbaanbegeleiding.
Steeds vaker komt het voor dat medewerkers met een sterk ontwikkelingspotentieel overplaatsing of promotie weigeren omdat dit ten koste zou gaan van de baan van zijn /haar partner en/of de schoolopleiding van de kinderen. Voor samenlevingsvormen met een duaal inkomen weegt de positieverbetering vaak ook financieel niet op tegen het noodgedwongen verlies van het inkomen van de partner. In de toekomst zullen organisaties dan ook meer aandacht moeten gaan besteden aan op de omstandigheden van tweeverdieners specifiek afgestemd loopbaanbeleid.
De handhavingsfase
Voor de handhavingsfase zijn de volgende karakteristieken van toepassing.
- Persoonsontwikkeling.
Hoe moet men zich opstellen ten aanzien van de loopbaanwensen en vooruitzichten van (junior) collega ‘s? Is het raadzaam en gewenst de eigen koers ten opzichte van loopbaan (ambities) te verleggen? Is het gewenst de eigen opstelling ten opzichte van het werk te herzien? - Loopbaanplanning.
Het verschaffen van inzicht in de positie en de rol van het individu binnen de organisatie. Het bevorderen van vaardigheden om kennis en verworven kunde over te dragen op nieuwe medewerkers (mentor‑rol). Het bieden van ondersteuning aan degenen die klaarblijkelijk in een midlifecrisis steken en het bieden van alternatieven. - Loopbaan-management.
Het bevorderen van autonomie, en het scheppen van functionele samenwerkingsrelaties, herijking van de positie en de rol binnen de organisatie. - Loopbaanbegeleiding.
Men is niet meer zozeer gericht op verticale carrièremogelijkheden. Veeleer zoekt men naar een op de eigen persoon toegesneden ‘niche’ in de organisatie waar men min of meer autonoom zijn taken kan vervullen. Medewerkers in deze fase zijn bij uitstek geschikt voor het vervullen van een mentor-rol of het overdragen van relevante organisatorische kennis aan nieuwkomers. Zij kennen immers de klappen van de zweep en zij hoeven zich niet door de nieuwe medewerkers in hun positie bedreigd voelen. Zij zullen er dan ook zeker geen belang bij hebben om de nieuwe medewerkers `op het verkeerde been’ te zetten. Tenslotte lijkt dit ook een goede weg om de capaciteiten van deze medewerkers optimaal te benutten vanuit een economische en bedrijfsmatige optiek. Het is wellicht wel noodzakelijk om deze senior‑medewerkers voldoende op deze nieuwe taken voor te bereiden en te trainen.
De terugtrekfase
Voor deze laatste loopbaanfase zien we de volgende aspecten.
- Persoonsontwikkeling.
Hoe liggen de persoonlijke belangen buiten de werksfeer? Is men financieel voldoende afgezekerd? Wat dient men te ondernemen in de sfeer van de persoonlijke verhoudingen (ook in de af te bouwen arbeidsrelaties)? - Loopbaanplanning.
Voorbereiding op de pensionering, `erkenning’ van de huidige rol en het belang daarvan voor de organisatie. - Loopbaan-management.
Ervaringsdeskundigheid en voorbereiding op de pensionering. - Loopbaanbegeleiding.
Ten slotte vormen de senior‑medewerkers wellicht ook een belangrijke bron van human resources voor projecten en opdrachten waarvoor jarenlange ervaring en expertise een absoluut vereiste is en waarbij fysieke prestatie geen allesoverheersende rol speelt. Men moet de consultantvaardigheden van deze medewerkers zeker niet onderschatten. Het lijkt gewenst dat organisaties er de mogelijkheden voor scheppen dat oudere personeelsleden hun loopbaan gradueel in fasen kunnen afbouwen. Gezien de centrale rol die werken voor de meeste mensen vervult biedt een dergelijke gefaseerde afbouw individuen een goede basis voor het onthechten van de organisatie waardoor de kloof werken/niet‑werken beter door deze medewerkers kan worden overbrugd.
LITERATUUR
Evers, G. (2014). Strategische personeelsplanning. Theorie, instrumenten en praktische aanpak. Alphen aan den Rijn: Vakmedianet.
Reageer op dit bericht