Financiële verslaggeving, ook wel aangeduid als externe verslaggeving, betreft het verschaffen van informatie ten behoeve van derden. Bij derden kan onder andere worden gedacht aan bestaande en potentiële beleggers, verschaffers van vreemd vermogen en andere schuldeisers die economische middelen aan de rapporterende eenheid ter beschikking stellen. De verschafte informatie betreft voornamelijk de financiële en economische gegevens die betrekking hebben op de prestaties van de onderneming.
Ter bevordering van de financiële verslaggeving zijn er organisaties opgericht die zich bezighouden met het ontwikkelen en publiceren van standaarden voor de informatieverschaffing. Twee voorbeelden hiervan zijn de International Accounting Standards Board (ISAB) of de Financial Accounting Standards Board (FSAB). Eerstgenoemde (de ISAB) is een voorbeeld van een privaatrechtelijke organisatie die themagerichte standaarden op het gebied van de externe verslaggeving opstelt en de wereldwijde acceptatie en toepassing van genoemde standaarden nastreeft. De standaarden van de ISAB staan bekend als de International Financial Reporting Standards (IFRS), en moeten sinds 2005 nageleefd worden bij het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening door vennootschappen die in de Europese Unie beursgenoteerd zijn. De IFRS moeten volgens de ISAB principle-based en intern consistent zijn. De FSAB is overigens vergelijkbaar met de ISAB, echter niet actief in de Verenigde Staten.
Voor ontwikkelingen en herzieningen van de IFRS, maakt de ISAB gebruik van ‘the conceptual framework’; een raamwerk waarbij de concepten met betrekking tot het voorbereiden en presenteren van financiële overzichten zijn vastgelegd en uiteengezet. Een conceptueel raamwerk leidt tot meer consistentie en houvast bij het opstellen van standaarden voor uiteenlopende verslaggevingsvraagstukken en biedt een gedeeld referentiekader aan voor de opstellers, gebruikers, controleurs en regelgevende instellingen van jaarrekeningen en financiële verslaggeving. Hierdoor zijn financiële gebeurtenissen en posities beter in een gedeelde context te benaderen.
In 2004 zijn de ISAB en de FSAB samen het ‘conceptual framework-project’ aangegaan voor de herziening van hun conceptuele raamwerken. Het doel was het scheppen van een solide basis voor toekomstige IFRS en het bevorderen van de internationale harmonisatie van de financiële verslaggeving. In 2010 is als, resultaat van de samenwerking, de eerste fase van de ‘conceptual framework for financial reporting’ gepubliceerd. De herziening introduceert veranderingen in de doelstellingen van financiële verslaggeving die voor algemene doeleinden is opgesteld alsmede in de kwalitatieve kenmerken van nuttige financiële informatie. De conceptual framework for financial reporting betreft voor de Nederlandse wetgeving een herziening van ‘het stramien voor de opstelling en vormgeving van jaarrekeningen’ uit het jaar 1989.
Het doel van de jaarrekening – volgens het raamwerk van 1989 – luidde als volgt: “Het verschaffen van informatie over de financiële positie, de resultaten en de wijziging in de financiële positie”.
Dit werd gedaan met behulp van de balans, winst-en-verliesrekening, het mutatieoverzicht van het eigen vermogen, het kasstroomoverzicht en de toelichting. Het toepassingsgebied van het raamwerk bleef dus beperkt op de jaarrekening. Na de herziening is er sprake geweest van een verruiming van het toepassingsgebied voor het raamwerk; de focus werd gezet op de financiële verslaggeving voor algemene doeleinden en omvatte de financiële verslaggeving binnen én buiten de jaarrekening. Het doel voor de financiële verslaggeving luidt na de verruiming als volgt: “Het verschaffen van de financiële informatie over de rapporterende eenheid voor de primaire gebruikersgroepen, dat bruikbaar is bij de besluitvorming om middelen te verschaffen aan de rapporterende eenheid”.
De beslissingen hebben thans betrekking op het aanhouden, kopen of verkopen van aandelen en obligaties en het verschaffen of afwikkelen van leningen en andere typen schulden. Onder de primaire gebruikers vallen de bestaande en potentiële beleggers, verschaffers van vreemd vermogen en andere schuldeisers. Het raamwerk beschouwt de belangen van andere gebruikers als afgeleiden van de belangen van de primaire gebruikers en sluit zodoende dus andere gebruikers niet uit. De verschafte informatie moet de primaire gebruikersgroepen en andere belanghebbenden in staat stellen om een oordeel te vormen over toekomstige kasstromen en de rendementen en risico’s die daaraan zijn verbonden.
Naast het bevorderen van de besluitvorming bestaat er nog een secundaire functie van financiële verslaggeving dat in lijn is met de stakeholdertheorie. Hierbij gaat het om de ‘stewardship’; het afleggen van verantwoording door het management aan de belanghebbenden. Belanghebbenden schenken immers ook aandacht aan het functioneren van het management ten tijde van het maken van oordelen en het nemen van beslissingen omtrent de onderneming.
Reageer op dit bericht