Het bestuursprocesrecht kent twee functies:
1: Handhaving van het objectieve recht;
2: Rechtsbescherming tegen de overheid.
Handhaving objectief recht (contentieux objectif)
1. Doelstelling is handhaving van het objectieve recht.
2. De bestuursrechter oefent toezicht uit op de rechtmatige uitoefening van de bestuursbevoegdheid.
3. Centraal staat de toetsing van een bestuursbesluit aan het recht.
4. Een onrechtmatig besluit wordt door de bestuursrechter vernietigd.
Rechtsbescherming (contentieux subjectif)
1. Dit is onder de Awb de primaire doelstelling van het Nederlandse bestuursprocesrecht.
2. De rechtspositie van de burger ten opzichte van het bestuursorgaan staat centraal.
3. De bestuursrechter kan meer bieden dan vernietiging van een onrechtmatig besluit, bijvoorbeeld schadevergoeding bij onrechtmatig en rechtmatig overheidshandelen.
Reageer op dit bericht