Changemanagement Kennisbank Leiderschap Management Modellen

Groepsdynamica: de interactietheorie van Bales & Homans

Deze theorie is hoofdzakelijk ontwikkeld door Bales en Homans en zij beschouwen een groep als een systeem van met elkaar in interactie verkerende individuen. Men vertrekt hier vanuit een drietal basisbegrippen, namelijk (1) interactie, (2) activiteit en (3) sentiment en fungeert dan ook als grondslag voor de theorie. Begrippen als status en leiderschap worden vervolgens afgeleid van de genoemde basisbegrippen.

In het boek the Human Group (1950) ontwikkelt Homans diverse stellingen in de vorm van hypothesen welke hij vervolgens toetst aan geobserveerde groepsverschijnselen. De belangrijkste is bekend geworden onder de naam ‘interactie-hypothese’, ook wel bekend als ‘sociaal-contract-hypothese’.  De hypothese is dat wanneer er frequente interacties zijn tussen de leden van een groep, zullen er gevoelens van onderlinge genegenheid groeien en deze gevoelens zullen vervolgens leiden tot verdere interacties.

Van Homans maakt tevens onderscheid tussen het externe en het interne systeem. In combinatie met dit onderscheid luidt de interactie-hypothese dat indien er frequente interacties zijn in het externe systeem dit zal leiden tot gevoelens van genegenheid welke vervolgens leiden tot verdere interacties die de basis vormen van het interne systeem.
De theorie is verhelderend gebleken als het gaat om het verkrijgen van (meer) inzicht in communicatieprocessen binnen organisaties. In het bijzonder ten aanzien van het ontstaan en functioneren van informele netwerken binnen organisaties. In verder uitgewerkte vorm verheldert de theorie tevens de fricties binnen organisaties tussen de formele en informele netwerken.

Bales is voornamelijk bekend geworden door zijn interactie-analyse middels een zeer nauwkeurig observatieschema. Hierin onderscheidt hij twee hoofdgebieden van groepsinteractie, namelijk een taakgebied en een sociaal-emotioneel gebied welke hij vervolgens onderverdeeld:

  1. Sociaal-emotioneel gebied: positieve reacties
  2. Taakgebied: poging(en) tot antwoord
  3. Taakgebied: vragen
  4. Sociaal emotioneel gebied: negatieve reacties.

Voor elk van de genoemde gebieden noemt hij vervolgens drie observatiegebieden en, op grond van nauwkeurige observaties, formuleert Bales vervolgens een theorie van groepsontwikkeling welke op genoemd schema aansluit:

  1. Een fase van oriëntatie (vragen en geven van informatie)
  2. Een fase van evaluatie (vragen en geven van meningen)
  3. Een fase van controle (vragen en doen van voorstellen), resulterende in besluitvorming.

De bovenstaande drie-fasentheorie wordt ook wel het BOB-model genoemd. BOB staat voor:

  1. Beeldvorming
  2. Oordeelsvorming
  3. Besluitvorming

Bales is, middels zijn observatieschema, in staat om interactieprofielen op te stellen voor diverse typen van groepen en voor diverse leiderschapsstijlen. Dergelijke onderzoeken van Bales hebben geleid tot de stimulatie van substantiële hoeveelheden empirische onderzoeken aangaande variabelen die met communicatie in groepen samenhangen. Daartoe kan worden gerekend; groepsgrootte, statusverschillen, sympathieën en antipathieën, leiderschap, productiviteit, satisfactie, de interacties en relaties tussen groepsleden, en hoe de variabelen met elkander verband houden.

LITERATUUR
Remmerswaal, J. (2013). Handboek groepsdynamica: een inleiding op theorie & praktijk. Uitgeverij Boom Nelissen. Amsterdam

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de redactie via info[at]managementplatform.nl of bel +(31)6-57912496.

Hebt u inhoudelijke vragen en/of zoekt u ondersteuning bij een organisatievraagstuk?
Neem ook dan gerust contact met ons op. Een team van adviseurs staat u voor u klaar.

Reageer op dit bericht

Klik hier om een reactie achter te laten