O Wiki

Old Public Administration

Old Public Administration (OPA), zoals beschreven door Osborne (2006), verwijst naar een traditionele benadering van overheidsbestuur welke gericht is op het toepassen van strikte hiërarchische structuren, rigide regelgeving en een nadruk op bureaucratie en formalisme. Deze benadering wordt gekenmerkt door een sterk geloof in de effectiviteit van command and control-mechanismen, waarbij beleidsmakers en ambtenaren worden gezien als rationele actoren die objectieve beslissingen nemen om de doelen van de overheid te bereiken. Het is veelal gericht op het minimaliseren van risico’s en het handhaven van stabiliteit.
Het paradigma van de Old Public Administration (OPA) is in essentie gebaseerd op een aantal fundamentele principes en overtuigingen over hoe de overheid zou moeten functioneren. Onderstaand enkele belangrijke kenmerken van dit paradigma:

  1. Hiërarchische structuur: OPA benadrukt een strikte hiërarchische structuur binnen overheidsorganisaties. Besluitvorming volgt een top-downbenadering, waarbij instructies van hogere autoriteiten worden doorgegeven aan lagere niveaus van de organisatie. Dit impliceert een duidelijke scheiding tussen beleidsmakers en uitvoerende ambtenaren, waarbij de eersten de beleidsrichtlijnen formuleren en de laatsten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ervan.

  2. Regelgeving en formalisme: Er is een sterke nadruk op het gebruik van regels, voorschriften en procedures om het gedrag van ambtenaren te sturen en de consistentie en voorspelbaarheid van overheidsacties te waarborgen. Formalisme staat centraal, wat betekent dat beslissingen worden genomen volgens vastgestelde regels en protocollen, vaak met weinig ruimte voor interpretatie of discretionaire bevoegdheid.

  3. Bureaucratie: OPA wordt gekenmerkt door een uitgebreid bureaucratisch apparaat. Ambtenaren volgen gespecialiseerde taken en procedures, waarbij de nadruk ligt op het handhaven van discipline en efficiëntie in de uitvoering van taken. Ambtenaren worden beoordeeld op basis van hun naleving van regels en procedures, eerder dan op basis van resultaten of innovatie.

  4. Command and control: Dit paradigma omarmt het idee van ‘command and control’, waarbij centrale autoriteiten directe controle uitoefenen over het beleid en de activiteiten van overheidsorganisaties. Dit impliceert een strakke controle over middelen, budgetten en personeel, vaak met een focus op kostenbeheersing en het minimaliseren van risico’s.

  5. Doelrationaliteit: In de OPA wordt aangenomen dat overheidsacties gericht zijn op het bereiken van helder gedefinieerde doelstellingen, waarbij beleidsmakers en ambtenaren worden beschouwd als rationele actoren die handelen in overeenstemming met de belangen van de samenleving. Er wordt weinig nadruk gelegd op het betrekken van belanghebbenden bij het besluitvormingsproces of op het verkennen van alternatieve benaderingen voor beleidsontwikkeling.

Overwegend wordt de OPA vaak geassocieerd met een conservatieve benadering van overheidsbestuur, die gericht is op het handhaven van stabiliteit en controle in plaats van het bevorderen van verandering. Hoewel dit paradigma in veel opzichten effectief kan zijn voor routinematige taken en het handhaven van orde, en derhalve cultuur, kan het ook beperkend zijn in een snel veranderende en complexe wereld, waar flexibiliteit, adaptiviteit en participatie door velen als belangrijk worden beschouwd. 

LITERATUUR
Osborne, S. (2006). The New Public Governance. Public Management Review, 377-387.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de redactie via info[at]managementplatform.nl of bel +(31)6-57912496.

Hebt u inhoudelijke vragen en/of zoekt u ondersteuning bij een organisatievraagstuk?
Neem ook dan gerust contact met ons op. Een team van adviseurs staat u voor u klaar.

Reageer op dit bericht

Klik hier om een reactie achter te laten