Een B-orgaan is een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed (art. 1:1 lid 1 sub b Awb);
- Aan deze/dit ‘persoon of college’ is een publieke taak opgedragen. Ter uitoefening daarvan beschikt deze persoon of dit college over publiekrechtelijke bevoegdheden betreffende het nemen van besluiten.
- (Besturen van) private rechtspersonen in de zin van art. 2:3 BW worden soms belast met de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden. Dit geldt met voornamelijk voor stichtingen. De organen van deze zogenoemde overheidsstichtingen zijn geen A-organen, omdat een stichting een privaatrechtelijke rechtspersoon is (opgericht krachtens privaatrecht).
- Verkrijging ‘openbaar gezag’:
A:Krachtens wettelijk voorschrift dat is terug te voeren op een wet in formele zin (bijvoorbeeld een directeur van een katholieke basisschool heeft openbaar gezag op grond van de Leerplichtwet).
B:Krachtens een (gedelegeerde) publieke taak: de overheid legt de uitvoering van een overheidstaak neer bij (het bestuur van) een privaatrechtelijke rechtspersoon (bijvoorbeeld een Fonds) die met overheidsgelden wordt bekostigd. Deze constructie komt vooral voor bij subsidies en uitkeringen.
Reageer op dit bericht